Alevitische Culturele Vereniging Amsterdam

4 deuren 40 treden

4 Deuren en 40 treden

De basis van alevitisme is “Vier Deuren en Veertig Treden”. Volgens het alevitische geloof dient ieder mens ernaar te streven om Volmaakt Mens te worden. Om Volmaakt Mens te worden, moet men de Vier Deuren en Veertig Treden doorgaan.

Elke Deur heeft tien Treden. Als iemand de Weg van de alevieten wil “intreden”, met andere woorden de alevitische levensbeschouwing wil aanhangen, dan moet hij eerst een “gelofte afleggen”. Iemand die dat gedaan heeft, noemt men “Talip”. Een Talip leert de principes van de Alevitische leer/weg van een “Rehber” (letterlijk vertaald: een wegwijzer, gids). Een Talip moet zoals elke aleviet zijn “handen, tong en lendenen beheersen”. De Weg afleggen betekent ingewijd worden in de mystieke alevitische leer, dat wil zeggen in de betekenis ven de Vier Deuren en Veertig Treden. De Vier Deuren en Veertig Treden zijn derhalve te beschouwen als stadia op weg naar Perfectie.

De Vier Deuren zijn:
– Seriat
– Tarikat
– Marifet
– Hakikat

Eerste Poort: Seriat / Element is lucht

Vaak wordt hierbij gedacht aan de Sharia van de Islam. In het Alevitisme heeft deze poort geen enkel raakvlak met de Islam. Seriat komt van het woord “Şer” wat betekent “Het begin/start” en wordt ook wel “Hukuk kapisi” (Poort van “Het Recht‘) genoemd. Deze poort behoort tot de “Zahiri” kant van het Alevitische geloof. Het is het eerste begin van de weg om een volmaakt mens te worden. Het gaat om het kennen, begrijpen en omgaan met de wereldse verplichtingen.

  1. Leren lezen en schrijven, voor de Mursid (wegwijzer/gids, ook Dede genoemd) beloven dat je je aan alle regels zult houden.
  2. Je goede verstand gebruiken om via de weg van het “goede” (gönül) jezelf te kennen en op deze wijze proberen Hak (God) in jouw wezen te vinden.
  3. Niet vanuit een “vormgedachte” (zahiri), maar vanuit een “innerlijke gedachte” (batini) bidden.
  4. Je gedachten en hart reinigen van vijandige daden en verboden zaken.
  5. Gelofte afleggen(de weg van Alevieten intreden)en je behoeden voor kwade gedachten en daden.
  6. Geen schade toebrengen aan levende wezens en de natuur.
  7. Kennis hebben van alle normen en waarden van de weg.
  8. Zachtaardig tegen mensen zijn en hen met liefde bejegenen.
  9. Het lichamelijke en geestelijke element van jezelf schoonhouden en zorgdragen voor een schone omgeving.
  10. In jezelf toenadering zoeken tot Hak (God)

Tweede poort: Tarikat / Element is vuur

Tarikat betekent in het Alevitisme “Yol” (het pad/de weg). Deze poort behoort tot de “Zahiri” kant van het Alevitische geloof. Onder begeleiding van een “Pir/Mursid” (onderwijzende Dede) leer je op gestructureerde en systematische wijze de “Alevitische Yol” (Alevitische geloof). De kern hiervan is om de gevoelens, houding en intuïtie van een mens te kennen en te begrijpen(het innerlijke pad)

1. Aan een Dede (gids/wegwijzer) verbonden zijn, intomen c.q. beheersen van je verlangens.
2. Het onderwijs volgen dat je gedachten en gedrag verder ontwikkelt.
3. Opheffen van het verschil tussen de seksen, beseffen dat man en vrouw één Can (één en dezelfde zijn) en gelijk zijn.
4. De weg van “goedheid” bewandelen (bijv. behulp- en zorgzaam zijn), nuttig zijn voor de mensheid.
5. Daden verrichten die de mensheid dienen en deze zien als de weg die ook leidt tot het vinden van Hak in jezelf.
6. De mens en natuur die de weerspiegeling van Hak (God) zijn, behoeden voor zaken die hen schade kunnen aanrichten.
7. Geloven in de goedheid van de mens, door in jezelf naar het vertrouwen te zoeken dat alles goed komt en nooit je geloof hierin verliezen.
8. Zoeken naar kennis/wetenschap, leren van de ervaringen van anderen en uit alles lering trekken.
9. De heilige personen binnen het Alevitisme met liefde bejegenen en hun boodschap over Hak (God) proberen te doorgronden.
10. Zich innerlijk arm voelen en geen hoge dunk van zichzelf hebben

Derde poort: Marifet / Element is water

Deze poort behoort tot de “Batini” kant van het Alevitische geloof. Kernpunten zijn het kennen en begrijpen van de ratio, het verstand, de motoriek van een mens, alsmede kennis en wijsheid(wetenschap). Binnen deze poort begint de eerste vorming en ontwikkeling om de spirituele diepgang (kern van het Alevitisme) te leren kennen en begrijpen. Het gaat om diepgaande vraagstukken als: Wat zou het kunnen zijn? Zou het dit of dat kunnen zijn? Is dat wat ik zie/waarneem misleidend of niet? Is dat wat ik hoor daadwerkelijk wat er ook gezegd wordt?

  1. Je verlangens beheersen, dus je handen, tong en lendenen beheersen; geen slechte daden verrichten.
  2. Afstand houden van egoïsme en geen haat en wrok koesteren.
  3. Leefregels aanhouden als het gaat om wereldse zaken die genot geven.
  4. Je beheersen ten opzichte van boosaardige zaken en je volwassen opstellen.
  5. Vermijden van ongeschikte handelingen en gedragingen.
  6. Het delen van kennis met de gemeenschap zien als gebed.
  7. Geloven in de verhevenheid van wetenschap; met het goede verstand het universum omarmen.
  8. Nederig zijn, om te kunnen luisteren en je te kunnen overgeven aan Hak (God).
  9. Jezelf kennen: de mens, die een klein universum is, kennen. Zien dat een groot universum bestaat. In het verlengde hiervan beseffen dat alle geheimen van God in de mens verborgen zijn.
  10. Het niveau van “volle ontwikkeling” bereiken en voelen dat de goddelijke waarheid in wezen één is met jezelf.

Vierde poort: Hakikât/ Element is aarde

Deze poort behoort tot de “Batini” kant van het Alevitische geloof. Kernpunten zijn om de geestelijke verrijking te ervaren en te beleven. Het ervaren of zich vereenzelvigen met de werkelijkheid. De mens vindt het Hak in zich en wordt één met Hak zodat hij een volmaakt mens kan worden.

  1. De aarde onder ieders voeten worden en de tevredenheid van Hak in jezelf ervaren.
  2. Geen onderscheid maken op het gebied van religie, taal, etniciteit, levens- beschouwing en sekse, alle mensen als gelijke zien.
  3. Binnen je vermogen diensten verlenen aan de mensheid; een zendende/ gevende persoon zijn.                                                   
  4. Je ogen sluiten voor de schaamte van anderen; “verbergend” zijn.
  5. Alle wezens zien als deel van de ‘Eenheid van het Zijn’ (Vahdet-i Vücut, Varligin Birligi). In het verlengde hiervan liefde tonen aan de levenden en niet-lev – enden; het verlenen van diensten zien als gebed.
  6. De drie eenheden van het zijn: Hak (God), mens en universum, wat in de geloofsleer van de werkelijkheid van het zijn (Vahdet-i Mevcut, Varligin Mevcudu) wordt genoemd als één, kunnen zien als Hak (God).
  7. De betekenis kennen, het geheim leren: De innerlijke kennis (batin bilgisi) gebruiken om de waarheid (Hakikat) te bereiken. Van je verlangens loskomen om Hak (God) in je wezen te vinden. Afstand houden van degenen die het geheim van de waarheid niet hebben doorgrond. Het geheim verborgen houden.
  8. Met Hak (God) één worden.
  9. De schoonheid van de waarheid overbrengen aan volgende generaties en aan andere volken.
  10. In elk hart – dat gezien wordt als “huis van Hak (God)”- luisteren naar en overleggen met Hak (God); met de goddelijke geheimen en waarheden het goddelijke universum bezichtigen.
Çevir »